Als uitzondering  op de ingesleten gewoonte om niet weer als vakantiebestemming een land  van het Europese vasteland te kiezen wilden we nu eens de oversteek maken naar Zuid-Ierland. We hebben gekozen voor een vlieg-bus-rondreis die via een reisorganisatie werd aangeboden. Een aantal landschapstypen die in een brochure werd beschreven trok ons wel aan. Voor voormalige kampeerders die met tent, vouwwagen en later met een caravan er op uit trokken is een busrondreis met ca. 35 deelnemers een grote uitdaging met voor- en nadelen. De bus reed door op plaatsen waar voor ons wat bijzonders was te zien, maar waar niet altijd op een smalle weg gestopt kon worden. De stops werden dan ook meestal gehouden op de typisch toeristische plekken, al dan niet met souvenirwinkels, waar heel veel mensen dwars door je beeld lopen bij het fotograferen.
Het weer was die week eigenlijk te mooi voor Ierland. Dus geen dreigende wolkenluchten met fraaie lichteffecten. Aan de andere kant heb je weinig zorgen als de zon veelvuldig schijnt. Ach, je kunt als mens nu eenmaal niet alles hebben. Als je individueel reist komen weer andere zaken aan de orde die je moet incalculeren.
Onze groep was opgewekt, ongedwongen en had een positief karakter. Met een reisleider die heel veel kennis van zaken had en zeer mededeelzaam was. Een sterk pluspunt.

Als je Zuid-Ierland perse wilt vergelijken met Frankrijk kun je zeggen dat de Wicklow Mountains onder Dublin wel wat op Auvergne lijken. De Clifs of Moher hebben weer veel overeenkomsten met de Normandische kust. The Burren als karstgebied van geƫrodeerd kalksteen is wel heel bijzonder. Door de scherpkantige grillige 'puzzlestukken' van het gesteente is lopen zeer lastig en geeft grote kans op een verstuikte enkel.


In de Provence bij Grasse ligt Montagne du Cheiron en Plateau de Caussols met ook soortgelijke ingekerfde bodems; zie foto's.



In het uiterste westen zijn twee gebieden die wel heel bijzonder zijn. Dat is de streek van Connemara en het Dingle schiereiland. De eerste om de vele meren en meertjes en de laatst genoemde door de vele stenen muurtjes die langs wegen en percelen eeuwenlang de grenzen bepaalden. In Dingle was het mistig en laaghangend bewolkt. Daarmee was het typisch Ierse landschapskarakter goed zicht- en voelbaar.
Het Ierse landschap, zo vonden wij, heeft veel aan schoonheid te ervaren. Het is er stil en dat geeft een sterk contact met de natuur. Het inwoner-tal in Zuid-Ierland is minder dan 1/3 dan zoals bij ons in ons Nederland tegenover het iets grotere oppervlak van W-Ierland. Dat vertaalt zich in rust. Alleen de huizen, dorpen en stadjes die waarschijnlijk door de armoe van vroeger sterk verpauperd waren zijn nu haast allemaal bepleisterd. Ongetwijfeld waren de huizen opgetrokken met de stenen die de plaatselijke natuur verschafte. Nu voor zo'n 80% wit geschilderd en de rest verder in de meest rammelende felle kleuren. De restanten van de hier en daar versterkte woontorens maken dit in het landschap weer goed.